De jeugd heeft de toekomst!

Auteur: Marc van Opstal

Vrij recent is er toenemende aandacht ontstaan voor de zelfstandige en informele rechtsingang voor minderjarigen.

Omgang en informatie/consultatie

Art. 1:377g BW houdt in dat de rechter ambtshalve een (wijzigings)beslissing kan geven over omgang of informatie/consultatie. Een minderjarige van 12 jaar of ouder kan dit op eenvoudige wijze zelf verzoeken door middel van een eigen informele brief. Ook als deze jonger is dan 12 jaar, maar wel in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen. Hoger beroep kan weliswaar ook, maar dan alleen middels een wettelijk vertegenwoordiger of bijzonder curator.

De Hoge Raad heeft meerdere keren bepaald [1] dat een minderjarige deze informele rechtsgang ook (voor het eerst) kan gebruiken in een door een ouder ingesteld hoger beroep. Na ontvangst van de brief van de minderjarige is het hof bevoegd ambtshalve in volle omvang te beoordelen of, en zo ja, welke omgangsregeling het meest in het belang van de minderjarige is.

Het is de vraag of deze informele rechtsingang ook beschikbaar is als het gaat om het hoofdverblijf van de minderjarige. De tekst van art. 1:377g BW noemt alleen omgang en informatie/consultatie. Omgang is uiteraard nauw verbonden met het verblijf. Als het verblijf wijzigt, dan wijzigt dus ook de omgangsregeling. De rechtbank Den Haag [2] beantwoordt de vraag bevestigend, maar alleen in geval van gezamenlijk gezag. De rechtbank Zeeland-West-Brabant [3] antwoordt ontkennend en wijst daarvoor op art. 1:253a lid 2 BW.

Oplossing: de minderjarige doet een eigen informeel verzoek en tegelijkertijd doet de ouder, die het hoofdverblijf moet krijgen, een gelijkluidend verzoek met een voegingsverzoek. Ook als de rechtbank het informele verzoek van de minderjarige niet ontvankelijk acht, kunnen diens initiatief en brief in de procedure toch een rol spelen.

[1] zie o.m. ECLI:NL:HR:2020:321
[2] ECLI:NL:RBDHA:2019:14546
[3] ECLI:NL:RBZWB:2015:2556